Voor het adres Landweg nummer 2 in Bergen NH ligt de struikelsteen voor Vincent Weijand. Achttien is hij als de Duitsers Nederland binnenvallen. Zoon van de Bergense kunstschilder Jaap Weijand en de Joodse Betsy Polak, die een aantal jaren voor de oorlog overleed. Zijn afkomst interesseert hem niet, zijn ontwikkeling des te meer. Via Adriaan Roland Holst ontmoet hij de charismatische Duitse schrijver en uitgever Wolfgang Frommel, die hem introduceert bij het herengenootschap Castrum Peregrini. Een kring waar homoseksualiteit gemeengoed is en Vincent alle ruimte heeft zich intellectueel, literair en ook seksueel te ontwikkelen. Vincent wil dichter worden en heeft geen ruimte voor de zorgen van zijn vader en moet er niet aan denken met het gezin onder te duiken. Hij wil zijn examens aan het Murmellius Gymnasium in Alkmaar afronden en naar Amsterdam om zich in die nieuwe fascinerende wereld van Frommel onder te dompelen. De oorlog is een bijzaak in zijn bestaan. Hij haalt in het eerste jaar van de oorlog zijn examen en gaat naar Amsterdam waar hij de mooiste zomer van zijn leven beleeft.
Toch sijpelt de akelige realiteit van de oorlog geleidelijk aan Vincent zijn leven binnen. Zijn oudere Joodse halfzus wordt opgepakt met haar man. Vincent meldt zich niet voor de Arbeitseinsatz en is dan genoodzaakt onder te duiken. Dat doet hij met twee jonge vrienden van het genootschap op een landgoed in Ommen. Ze worden verraden, beticht van homoseksualiteit en vastgezet in Kamp Erika. Via kamp Erika, waar de nazi’s ontdekken dat Vincent door zijn Joodse moeder een zogenaamde mischlung (half Jood) is en de Arbeitseinsatz heeft ontlopen, komt hij terecht in de koepelgevangenis van Arnhem, daarna in kamp Amersfoort en vervolgens in kamp Westerbork. In de zomer van 1944 wordt hij op transport gezet naar Bergen-Belsen. Uiteindelijk overlijdt Vincent vlak voor het einde van de oorlog aan vlektyfus in Buchenwald. Hij was 23 jaar.
‘Hoe anders had ik mij het eerste bezoek aan Duitsland voorgesteld’ staat te lezen op een briefje dat Vincent uit de trein gooide op weg naar Bergen-Belsen.
Het zijn woorden die door de tijd heen niets van hun schrijnende effect verloren hebben. Het verhaal van Vincent staat -net als dat van Anne Frank- symbool voor hoe ons voorstellingsvermogen stukloopt op de krankzinnige werkelijkheid van WOII. En hoe gemakkelijk het bleek die werkelijkheid eerst te negeren en vervolgens te accepteren als een nieuw soort normaal.
De voorstelling Vincent is gelaagd locatietheater, over de zo herkenbare jeugdige naïviteit en Sturm und Drang van Vincent voor wie het leven pas net begon. En over die onwaarschijnlijke kanteling van de werkelijkheid, die zoveel mensenlevens heeft gekost.
Als makers voelen we de urgentie om het verhaal van Vincent te delen, omdat er ook in het huidige tijdsgewricht ontwikkelingen zijn waar we ons zorgen over maken. We hebben het over oplaaiende xenofobie, het wegzetten van groepen in de samenleving als ongewenst en het ontmenselijken van personen die een veilig heenkomen zoeken. Het is noodzakelijk om aan de slag te gaan met verhalen die herkenning geven. Waarin we elkaar opnieuw leren verstaan en onze gezamenlijke menselijkheid vormgeven. Omdat democratie een kwetsbare vorm van samenleven is, die we met man en macht dienen te beschermen en waarvan we het belang moeten blijven doorgeven aan volgende generaties. We mogen de pijnlijke lessen van de Tweede Wereldoorlog nooit vergeten.
Vincent is een nieuwe theatervoorstelling die in co-productie door Leef Theater (stichting in oprichting) en stichting Mediaridders wordt uitgevoerd. Idee en artistieke leiding van het project is in handen van Barbara Sofie van Middelkoop en Gert den Boer van Leef Theater. Hans Man in’t Veld voert de regie en het scenario wordt geschreven door Monique Manuels. De zakelijke leiding wordt uitgevoerd door Jasmijn Snoijink in opdracht van Stichting Mediaridders.
Speellocaties
Vincent wordt als locatiedocumentaire geproduceerd. Er is gezocht naar locaties die betekenisvol zijn geweest in het leven van Vincent Weijand: het voormalige vliegveld in Bergen NH, Villa de Vennen in Haren, het voormalige kamp Erika in Ommen, kamp Amersfoort en de koepelgevangenis in Arnhem. Door zijn levensverhaal juist op die locaties te vertellen, krijgen de locaties zelf ook meer betekenis. Omdat het niet alleen meer de koepelgevangenis is, of een steen ter herinnering aan een concentratie- of doorvoerkamp. Het is de plek waar iemand heeft geleefd, bang is geweest, moed heeft verzameld. Het is een plek waar je menselijkheid wordt aangesproken.
Rond elke speelplek wordt samengewerkt met lokale erfgoedinstellingen, historische verenigingen, middelbare scholen en jongerenorganisaties voor de zogenaamde ‘Memory Lane’. De Memory Lane wordt gerealiseerd langs de routes tussen de bedrijven van de voorstelling. Langs deze routes verzorgen jongeren uit de regio korte scènes die zij zelf voorbereiden op basis van onderzoek naar verhalen achter struikelstenen in de gemeente en de oorlogsgeschiedenis van de locatie waar gespeeld wordt. De Memory Lane is een beproefde werkwijze voor de locatietheatervoorstellingen in regie van Hans Man in ‘t Veld.
Voor de Memorylane is, met input van de drie betrokken scholen in de regio Bergen, een lesbrief opgesteld voor de secties geschiedenis en theater. De lesbrief biedt concrete handvatten voor de voorbereiding van de Memory Lane en sluit aan bij de leerdoelen van geschiedenis, burgerschapsvorming en omgevingsonderwijs.
Middelbare schoolleerlingen uit de regio's waar de voorstelling gespeeld wordt, die in de voorstelling mee willen spelen, kunnen een mail sturen naar info@mediaridders.net om hun interesse aan te geven. Zij ontvangen dan informatie over de theaterlessen bij hen in de regio.